Consequent zijn
Iedere ouder weet dat het belangrijk is om consequent te zijn in de opvoeding. Consequent zijn betekent dat je iets afspreekt met je kind en dat je je daar ook aan houdt. Natuurlijk is het niet altijd gemakkelijk om consequent te zijn.
Niet gemakkelijk
Soms dreig je misschien met een onuitvoerbare maatregel, omdat je hoopt dat je kind dan doet wat je zegt. Je zegt dan bijvoorbeeld: ‘Als je nu je speelgoed niet opruimt, gooi ik het allemaal weg!’ Wat leren kinderen hiervan? Dat ze hun zin kunnen doordrijven, omdat je dat toch niet echt doet.
Hoe dan wel?
- Spreek kinderen er direct op aan als ze iets doen wat je niet wilt, behalve als je erg boos bent. Dan kun je beter eerst tot rust komen.
- Je kind direct aanspreken doe je als je de aandacht van je kind hebt. Noem het kind bij de naam en zoek oogcontact. Is je kind druk met iets bezig, dan kun je beter even wachten tot het daarmee klaar is.
- Vertel je kind wat het probleem is en waarom dat zo is. Je kunt aan je kind vragen wat het juiste gedrag is: wat de regel is waar het hier om gaat.
- Stel een paar regels op over wat je niet wilt of wat je juist wel wilt. Het is handig om niet te veel regels op te stellen.
- Gebruik duidelijke taal waarmee je concreet aangeeft wat je van je kind verwacht of wat je gaat doen. Een voorbeeld: ‘Als je je speelgoed hebt opgeruimd, mag je buiten spelen.’ Dat is duidelijker en concreter dan: ‘Straks mag je buiten spelen.’
Het is belangrijk dat jij en je eventuele partner het eens zijn over de grenzen en de regels in het gezin, en dat jullie beiden consequent zijn en je kind op dezelfde manier behandelen. Dat betekent dat je van tevoren samen kunt bespreken wanneer je welke straf geeft, maar ook wanneer je kind een beloning krijgt.