Taalproblemen
Van jongs af aan leert je kind de taal. Kinderen leren veel van praten met hun ouders en met vriendjes en de leerkrachten op school. Ook op de basisschool leren kinderen veel taal. Ze leren een boekje of gebeurtenis te begrijpen en na te vertellen, hun mening te geven, een spreekbeurt te houden, en ze leren schrijven, lezen, spelling en nog veel meer.
Soms gaat het leren van taal minder makkelijk. Als je kind een taalachterstand heeft, een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of afasie, dan is het belangrijk zo snel mogelijk hulp in te schakelen.
Taalachterstand
Heeft je kind bij het begin van groep 1 een taalachterstand in het Nederlands?
- Misschien heeft je kind te weinig Nederlands gehoord en gesproken.
- Maar ook als een kind thuis Nederlands praat, kan het een taalachterstand hebben. Bijvoorbeeld doordat er thuis te weinig is gepraat en te weinig is voorgelezen.
- Kinderen moeten ook moeilijke woorden en lange zinnen horen. Dit is belangrijk voor de taalontwikkeling.
- Bedenk dat taalachterstand niet jouw schuld is. Kinderen opvoeden is lastig en niet alle kinderen zijn even snel.
Taalachterstand kan ook komen doordat je kind gewoon geen snelle leerling is of niet zo’n goed taalgevoel heeft. Er kan ook iets anders aan de hand zijn. Het kan zijn dat je kind dyslectisch is, of een taalachterstand heeft doordat het doof of slechthorend is.
Vroegschoolse educatie
Als jullie uit het buitenland komen, spreekt jullie kind de moedertaal waarschijnlijk goed. Het is ook belangrijk dat je kind goed Nederlands leert.
Veel scholen hebben extra aandacht voor Nederlandse taal, zodat je kind zo snel mogelijk de taal leert. Dan is het straks makkelijker voor je kind op school. Er zijn zelfs scholen die speciale programma’s hebben voor het leren van de taal. Dit wordt vroegschoolse educatie genoemd.
Vroegschoolse educatie is er ook voor Nederlandse kinderen met laagopgeleide ouders. Maar ook voor andere kinderen, zelfs voor kinderen met een voorsprong, is vroegschoolse educatie goed.
Remedial teaching
Sommige kinderen krijgen extra les om een taalachterstand te verhelpen, vaak in de vorm van remedial teaching. Dit is geen bijles maar een speciaal voor je kind ontwikkeld lesprogramma om het zo snel mogelijk terug te brengen op het klassikale niveau.
Taalontwikkelingsstoornis
Soms doe je alles wat je kunt en krijgt je kind toch een taalachterstand. Je kind heeft bijvoorbeeld moeite om met woorden duidelijk te maken wat het bedoelt. Een taalachterstand komt soms doordat hij of zij te weinig taal hoort thuis. Of doordat je kind minder aanleg heeft om taal te leren.
Als dit laatste zo is, spreken we van een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Bij een taalontwikkelingsstoornis gaat het leren van taal niet vanzelf, terwijl er geen duidelijke oorzaak voor is. Ongeveer vijf procent van de mensen heeft een taalontwikkelingsstoornis. Je kind kan moeite hebben met praten of met het begrijpen van taal. Woorden klinken anders, of je kind hoort zelf niet wat er goed of fout is in een zin. Lees op Kentalis.nl hoe je een TOS bij je kind kunt herkennen.
Veel kinderen met taalproblemen krijgen ook moeite met lezen. Je kunt meer lezen over spraak- en taalontwikkeling op Kindentaal.nl. Een taalachterstand hoeft niet altijd door een taalontwikkelingsstoornis te komen. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Heb je daar vragen over? Stel die dan bij de Jeugdgezondheidszorg of de huisarts. Misschien kan een logopedist bij jou in de buurt helpen.
Dysfasie
Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Er is niet bekend hoeveel kinderen dysfasie hebben.
Kenmerken van dysfasie
- Een kind met dysfasie begrijpt anderen wel, maar praat zelf erg weinig of erg slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan het had bedoeld.
- Het uitdrukken van gedachten en gevoelens gaat moeilijk.
- Een duidelijk verhaal vertellen is lastig. Het kind springt van het ene onderwerp ineens over naar het andere onderwerp.
- Een gesprek met een ander voeren of rechtstreekse vragen beantwoorden is moeilijk. Het kind vertelt liever iets uit zichzelf. Vaak gaat het praten in een spontane situatie veel beter dan wanneer er iets wordt gevraagd.
- Sommige kinderen met dysfasie zijn moeilijk te verstaan.
- Veel kinderen met dysfasie hebben ook problemen met bewegen (motorische problemen).
Het is belangrijk om kinderen met dysfasie op hun leeftijdsniveau aan te spreken, want ze begrijpen wel wat je zegt.
Bij dysfasie is goede begeleiding belangrijk. Een zorgverlener kan jou en je kind ondersteunen bij het communiceren. De dysfasie gaat daarmee niet over, maar er zijn wel manieren om ervoor te zorgen dat je kind zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen.
Vraag hulp
Maak je je zorgen over de taalontwikkeling van je kind? Praat er eens over met de leerkracht op school. Of bespreek het met de jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg of de huisarts. Als het nodig is word je verwezen naar een specialist. Bijvoorbeeld een audiologisch centrum of een logopedist.