Leren lezen
In groep een en twee worden kinderen voorbereid op het leren lezen en schrijven. In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar. Je ziet verschillende fases in het leren lezen.
Voorbereiden op leren lezen
Vanaf dat je kind ongeveer zes maanden is, begint de taalontwikkeling eigenlijk vanzelf. Het leren praten is al een voorbereiding op het leren lezen. Bijna elk kind krijgt vanzelf de wil om te leren lezen. Dat begint met interesse voor letters.
Zo help je je kind bij het leren van de taal:
- Praat veel met je kind. Geef het de ruimte om te vertellen en vragen te stellen.
- Lees veel voor en vertel je kind verhalen. Laat je kind vragen stellen over het verhaal.
- Leer je kind liedjes en rijmpjes. Doe samen taalspelletjes.
Kleuters leren klanken en letters
Je kind leert in groep één en twee letters herkennen en benoemen. Aan het einde van groep twee kent een kind gemiddeld twaalf letters.
Je kunt thuis spelletjes doen waarin je kind klanken leert omzetten naar letters:
- Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het begint met een s. Noem de letters niet bij hun naam, maar spreek de klank uit. Zeg dus niet ‘es’ maar ‘sss’.
- Woordenrij: de een zegt een woord en de volgende zegt een woord dat begint met de laatste letter van het eerste woord, bijvoorbeeld: auto – ooievaar – ruit – telefoon – niks – schelp.
- Woorden in lettergrepen hakken, zoals de namen van familieleden. Klap erbij in je handen. Bijvoorbeeld: we gaan naar o-ma.
- Woorden hakken en plakken met klanken, zoals: pak je j-a-s.
- Geef elkaar tijdens het bekijken van een prentenboek opdrachten. Bijvoorbeeld: zoek een plaatje dat begint met een ‘m’.
- Rijmwoorden: maak samen zo veel mogelijk woorden die rijmen.
- Spelend bezig zijn met letters: een boodschappenlijst maken, een kaart ‘schrijven’ of letters intikken en benoemen op de telefoon.
Leren lezen vanaf groep 3
Vanaf groep 3 oefenen kinderen met de basis van het lezen. Ze leren wat sneller te lezen en gaan steeds meer begrijpen van wat ze lezen.
- Lees samen met je kind een boek, waarbij je om de beurt een stukje leest.
- Het is belangrijk dat je kind het leuk vindt, het hoeft niet lang te duren.
- Geef je kind af en toe een compliment. Dat is belangrijk voor de motivatie. Zo krijgt je kind plezier in het lezen.
Begrijpend lezen
Vanaf groep vier leert je kind ook ‘begrijpend lezen’. Dit betekent dat je kind begrijpt wat het gelezen heeft, dit kan navertellen of hier vragen over kan beantwoorden. Je kind kan beter begrijpend lezen als het veel woorden kent. Blijf dus vooral veel met je kind praten. Geef regelmatig uitleg en informatie over wat je kind meemaakt. Het is ook een goed idee om uitstapjes te maken. Hoe meer je kind meemaakt, hoe meer het herkent en hoe beter het begrijpt waar verhalen over gaan.
AVI-niveaus
Het leesniveau wordt AVI genoemd. Hoe makkelijker kinderen lezen, hoe hoger het AVI-niveau.
- Er zijn 12 AVI-niveaus. Het laagste AVI-niveau is Start. Dat is het niveau van kinderen die nét begonnen zijn met lezen.
- Het hoogste AVI-niveau is Plus. Dat is het niveau van kinderen die snel en zonder fouten een lastige tekst kunnen lezen.
- Tussen AVI-Start en AVI-Plus liggen 10 AVI-niveaus: M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7 en E7.
- ‘M’ betekent ‘midden’ en ‘E’ betekent ‘eind’.
- De cijfers 3 tot en met 7 geven aan in welke groep dat niveau gemiddeld bereikt wordt.
- Een AVI-niveau E5 wordt dus gemiddeld aan het einde van groep 5 behaald.
- En een AVI-niveau M7 wordt gemiddeld halverwege groep 7 behaald.
Ieder kind heeft zijn eigen tempo! Het kan dus zijn dat jouw kind op een ander niveau leest dan hierboven staat.
Naar de bibliotheek
Je kunt je kind gratis lid maken van de bibliotheek. Bij de meeste bibliotheken lenen kinderen tot 18 jaar boeken gratis. Kijk op de website van de bibliotheek voor meer informatie over abonnementen en hoe je lid wordt. Is er bij jou in de buurt geen bibliotheek? Dan rijdt er misschien wel een boekenbus of bibliobus.
Elke bibliotheek heeft een aparte afdeling voor kinderboeken. Voor de allerjongsten zijn er natuurlijk prentenboeken, voorleesboeken en luisterboeken. Voor basisschoolleerlingen zijn er leesboekjes op alle niveaus. Veel bibliotheken hebben ook een ‘makkelijk lezen plein’ (MLP) en een speciale ‘ouder-en-kindcollectie’.
In de bibliotheek kun je ook informatieve boeken over bijvoorbeeld vogels, treinen en muziek lenen. Kinderen kunnen er alles vinden wat ze nodig hebben voor spreekbeurten, werkstukken en projecten.
Er zijn ook dvd’s en cd’s te leen. En je kunt er tijdschriften bekijken, op een computer dingen opzoeken en naar voorleesmiddagen. Soms zijn er ook voorstellingen voor kinderen.
Tips om lezen aan te moedigen
- Ga regelmatig met je kind naar de bibliotheek. Bijvoorbeeld elke vrijdag. Als je kind wat ouder is, kan het zelf naar de bibliotheek.
- Laat je kind zelf boeken kiezen; voorleesboeken en boeken om zelf te lezen. Zo leert het al vroeg dat boeken leuk zijn.
- Blijf zo lang mogelijk voorlezen.
- Kan je kind eenmaal zelf lezen, laat het dan ook eens een verhaaltje aan jou voorlezen.
- Het is ook leuk om samen te lezen en van een verhaal te genieten.