Met vreemden mee
Kinderen schatten gevaarlijke situaties nog niet goed in en zijn goed van vertrouwen. Ze begrijpen nog niet dat er mensen zijn die het misschien niet goed met ze voorhebben.
Aandacht krijgen
Je kind is mogelijk gevoelig voor aandacht van andere mensen. Aandacht werkt vleiend en een kind kan zich er zelfverzekerder door voelen.
Je kind beschermen tegen vreemden
Spreek met je kind een aantal regels af.
- Vraag of je kind je altijd wil vertellen waar het naartoe gaat. Als je niet in de buurt bent of niet per telefoon bereikbaar, mag je kind niet weggaan.
- Als je zelf even weggaat en je kind alleen thuisblijft, laat dan ook weten waar je bent.
- Zorg dat je kind de deur niet opendoet voor vreemden als het alleen thuis is.
- Leer je kind dat je gerust ‘nee’ mag zeggen tegen een volwassene en dat je je door niemand moet laten overhalen om dingen te doen die je niet wilt.
- Leg je kind uit dat het niet met vreemden moet meegaan, ook niet als die persoon snoep aanbiedt of het op een andere manier probeert mee te lokken.
- Als je kind bij een vriend(in) wil spelen, moet het dat eerst komen vertellen aan jou. Als je kind daarvandaan ergens (buiten) gaat spelen, moeten ze dat aan de ouder van de vriend(in) vertellen. Het is belangrijk dat jij altijd weet waar je kind is. Leg hem of haar dat uit. Zeg bijvoorbeeld dat je moet weten waar hij of zij is voor als je hen misschien een ijsje wilt brengen. Zo ziet je kind ook het voordeel in van zeggen waar het is.
Je kind weerbaar maken
Leer je kind om weerbaar te zijn. Het is belangrijk dat kinderen weten dat ze ‘nee’ mogen zeggen als ze iets niet prettig vinden. Ze mogen dus bijvoorbeeld ook ‘nee’ zeggen tegen die tante of oma, die nog meer kusjes en knuffels wil. Na het nee zeggen mogen ze dan weglopen. Leer je kind ook de woorden daarvoor: “Nee, dat wil ik niet”, of: “Nee, daar heb ik geen zin in”, of: “Nee, dat mag je niet van mij vragen” of: “Nee, dat vind ik vies”.
Leer je kind dat er soms grote mensen zijn die ‘rare’ dingen van kinderen vragen. Die grote mensen weten best dat ze dat niet mogen vragen, maar doen het toch. Het is dus niet de schuld van je kind dat het aan hem of haar wordt gevraagd. Daarom hoeven kinderen ook niet beleefd te zijn tegen volwassenen die hen vreemde vragen stellen of vreemde voorstellen doen.
Samen oefenen
Bereid je kind voor op wat er misschien kan gebeuren. Noem bijvoorbeeld een paar situaties, zoals:
- Je wordt bij je vriendje uitgenodigd om direct uit school te komen spelen. Wat doe je dan?
- Als een meneer je vraagt of hij je in zijn auto naar huis zal brengen, wat doe je dan? En wat doe je als een mevrouw het vraagt?
- Wat doe je als iemand je vraagt om naar hun nest met jonge poesjes te kijken?
- Wat zeg je tegen de grote broer van je vriendje als hij na een regenbui zegt dat je je kleren mag uitdoen en hij je zal afdrogen?
Welk antwoord je kind ook geeft, reageer nooit met: “Zoiets moet je nooit doen, dat is heel stom.” Het is beter om samen met je kind naar goede oplossingen te zoeken.
Internet
Ook op internet komt je kind in contact met vreemden. Probeer maatregelen te nemen om de veiligheid van je kind op internet te vergroten. Er zijn programma’s om bepaalde websites af te schermen. Vertel kinderen ook dat ze niet moeten afspreken met onbekenden die ze op internet hebben leren kennen.