Kort tongriempje of lipbandje
Het tongriempje is een vliesje of bandje van bindweefsel onder de tong. Sommige baby’s worden geboren met een strakke of te korte tongriem. Baby’s met een te kort tongriempje kunnen hun tong minder goed bewegen. Ook een lipbandje kan strak zijn waardoor de baby zijn bovenlip minder goed om de borst of fles kan doen. Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes en is erfelijk.
Het tongriempje kan zichtbaar vastzitten tot het puntje van de tong; de tong trekt dan vaak in en ziet eruit als een hartje of blaadje. Soms is het probleem minder zichtbaar, maar is het tongriempje vooral kort en minder rekbaar. Het komt vaker voor samen met een extra hoog gehemelte en een licht witte waas op een deel van de tong.
Het lipriempje kan strak of dik zijn en soms doorlopen op de bovenkaak. Soms kan een baby de bovenlip daardoor minder makkelijk om de borst of fles doen. Je baby kan dan onrustig drinken. Als een kind ouder is, kan een strak lipriempje het poetsen van de boventanden lastig maken. Overleg dan met de Jeugdgezondheidszorg of tandarts.
Problemen bij het voeden
Als je baby een te kort of te strak tongriempje of lipbandje heeft, kan dat problemen geven bij het voeden. Dat kan bij borstvoeding, maar ook bij het drinken uit een fles. Je baby kan de tepel en tepelhof of de speen niet goed in zijn mond nemen om te drinken en een minder goed vacuüm maken. Je baby gaat dan soms klemmen met de kaken. Je hoort misschien een klikkend of smakkend geluid tijdens het voeden als het vacuüm wordt verbroken (er komt dan lucht bij). Je baby laat de borst of de fles daardoor vaak los.
Als moeder kun je last krijgen van pijn bij het voeden en tepelkloven, ook al leg je je baby goed aan. Je tepels kunnen er na het voeden uitzien alsof ze platgedrukt zijn. Als dit langer duurt kunnen je tepels wit of paars worden. Ook kun je last krijgen van verstopping van de melkklieren en ontstekingen.
Als je baby niet goed kan drinken door het te korte tongriempje, kan het gebeuren dat je baby niet genoeg groeit. Soms is dit vanaf het begin, soms pas nadat hij een poosje goed groeide.
Als je pijn of veel moeite houdt bij het voeden of als je baby minder goed groeit dan verwacht, vraag je verloskundige dan te kijken of het tongriempje strak is. Bij twijfel of blijvende klachten kun je advies vragen bij een zorgverlener of lactatiekundige, die ervaring heeft met korte tongriempjes.
Doorknippen van het tongriempje of lipbandje
Als je baby een te kort tongriempje of lipbandje heeft en dit problemen geeft bij het voeden, kan een klein knipje in de tongriem of lipband helpen. Dit wordt wel ‘klieven’ genoemd. De ingreep duurt maar 10 tot 15 seconden. Als het bandje of vliesje wordt gekliefd, kan je baby de tong makkelijker en beter gaan gebruiken. Als dit in de eerste weken wordt gedaan, is een verdoving meestal niet nodig. Je baby kan meteen weer aan de borst of fles. Het kan een klein beetje bloeden; dat is normaal en gaat snel over. Is je baby ouder dan 6 weken of heeft hij een heel stevig tongriempje of lipbandje, dan kan het nodig zijn dat een KNO-arts of gespecialiseerde tandarts (tongriem-kliniek) de behandeling doet. Dan wordt meestal verdoving en pijnstilling gebruikt.
Het kan zijn dat je voor en na de behandeling gevraagd wordt oefeningen te doen met je baby. Je krijgt de oefeningen uitgelegd en ook advies wat je kunt doen als je baby er pijn bij krijgt.
Overleg hierover met de jeugdarts op het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg. Of neem contact op met de huisarts, verloskundige of lactatiekundige.
Meer informatie over een te kort tongriempje of strak lipbandje lees je op Borstvoeding.nl