Verlatingsangst en eenkennigheid
Baby’s kunnen bang worden als papa of mama weggaat en dan gaan huilen. Dit heet verlatingsangst of scheidingsangst. Eenkennigheid is iets anders. Dat heeft te maken met angst voor vreemden. Je baby wil alleen bij jou zijn.
Veilig voelen baby
Het is een heel normale reactie als je baby huilt als je weggaat. Want baby’s zijn het veiligst als er volwassenen bij hen in de buurt blijven en voor hen zorgen. Door te huilen zorgt je baby ervoor dat de mensen die voor hem zorgen in de buurt blijven. Je baby heeft in de eerste maanden naast voeding en slaap, vooral aandacht en liefdevolle verzorging nodig. Als je baby moe of bang is, wil hij dicht bij jou zijn. Je baby zoekt troost en bescherming bij jou als ouder.
Baby krijgt vertrouwen
Als je baby ouder wordt, kan hij steeds een beetje langer zonder zijn ouders. Je baby merkt dat jullie als ouders steeds weer terugkomen om liefde, aandacht, voeding en zorg te geven.
Dagelijks dezelfde dingen doen (rituelen) helpt daarbij. Je baby leert daardoor wat hij kan verwachten over hoe de dagen en nachten eruit zien en wanneer jij er wel en niet bent. Je baby leert erop vertrouwen dat hij ook een tijdje alleen kan liggen en spelen in de wieg of de box.
Angstige momenten baby
Op sommige momenten kan het voor je baby moeilijker zijn om alleen te zijn. Bijvoorbeeld als je kind ziek is of bij een uitstapje of verhuizing. Je kind kan dan banger zijn als jij weggaat, omdat je kind zich niet lekker voelt of niet weet wat er precies gaat gebeuren.
Wat doen bij verlatingsangst?
- Als je baby je even niet kan zien maar je bent wel in de buurt, blijf dan tegen je kind praten of zing een liedje. Dan weet je kind dat je er toch bent.
- Speel af en toe kiekeboe met je kind achter je handen of een doek. Of ga even de kamer uit en steek dan je hoofd om de hoek van de deur. Je bent dan even weg en snel weer terug. Zo wordt weggaan en terugkomen een gebeurtenis met positieve, vrolijke spanning.
- Als je kind bang is, troost het dan. Blijf zelf rustig, want daarmee stel je je baby ook gerust.
- Als je je kind naar de kinderdagopvang brengt, neem dan kort en duidelijk afscheid met een vast ritueel. Laat het troosten over aan degene die bij je baby blijft.
Eenkennig tussen één en twee jaar
Je kind is eenkennig als jij als ouder erbij bent. Meestal zijn kinderen eenkennig als ze tussen een en twee jaar oud zijn. Het is in deze fase heel normaal dat je kind zich aan je vastklampt. Dat hoort bij de normale ontwikkeling.
Sommige kinderen worden heel bang als ze vreemden zien. Ze gaan dan huilen en kruipen weg bij mama of papa. Maar niet ieder kind doet dit. Het ene kind is heel erg eenkennig en bij het andere kind merk je bijna niets.
Waarom wordt je kind eenkennig?
Als ouders geef je je kind structuur en veel aandacht. Je kind gaat zich dan aan je hechten, leert dat het op jou kan vertrouwen en voelt zich veilig. Je kind gaat steeds beter het verschil merken tussen de mensen die het goed kent en vertrouwt, en onbekenden.
Breng je kind regelmatig in contact met andere mensen. Je kind leert dan om met andere mensen om te gaan. Je kind leert om zich ook bij andere mensen op zijn gemak te voelen. Maar de verschillen tussen kinderen kunnen groot zijn. Het ene kind is nu eenmaal meer verlegen, terwijl een ander kind veel makkelijker omgaat met andere mensen.
Wat als je kind angstig reageert?
- Accepteer dat je kind bij je wegkruipt en dwing geen contact met ‘de vreemde’ af.
- Stel je kind gerust. Blijf zelf rustig. Maak er niet te veel een punt van. Je kind krijgt anders het gevoel dat hij niet voor niets bang is.
- Vertel je kind wie de persoon die hij niet kent is.
- Blijf zelf gewoon praten met degene voor wie je kind bang is en leg diegene uit dat je kind wat eenkennig is.
- Help je kind om zijn eigen emoties te begrijpen door ze te benoemen en ze zo serieus te nemen. Op deze leeftijd heeft je kind weinig controle over zijn emoties en gedrag. Je kind heeft jouw hulp hier nog bij nodig.