Tips bij veel huilen
Dat een baby huilt, is in principe normaal. Er zijn algemene adviezen om ervoor te zorgen dat je baby minder huilt, maar wat kun je proberen als die adviezen nauwelijks helpen en je baby heel veel huilt?
Waaróm huilt je baby?
Wanneer je baby huilt, probeer er dan achter te komen waarom dat zo is. Misschien heeft je baby honger, een vieze luier of is je baby moe. Je komt hierachter door goed naar je baby te kijken. Zo kun je de signalen herkennen en hier goed op reageren. Baby’s worden vaak rustig als ze gedragen of geknuffeld worden, jouw stem horen of huid-op-huidcontact hebben.
Kalm in vijf stappen
Maar soms weet je gewoon niet waarom je baby huilt en lijkt niks te helpen. Hoe kun je je baby dan het beste troosten en kalmeren? Dat kan met de volgende 5 stappen.
- De eerste stap is inbakeren. Een pasgeboren baby houdt ervan zich geborgen te voelen. Als je baby zich nog niet om kan rollen, kun je hem inbakeren in een doek of in een inbakerzak. Het belangrijkste bij inbakeren is dat de armpjes strak en recht tegen het lichaam liggen en dat je baby de armpjes niet uit de doek kan wurmen. Op het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg kunnen ze goed uitleggen hoe je je baby veilig kunt inbakeren.
- Als tweede stap houd je je baby in de zij- of buikligging in je armen of op schoot tegen je aan. Ondersteun altijd goed het hoofd van je baby. Baby’s vinden dit een fijne houding en het gaat de Moro-reflex tegen (dat is de schrikreflex waarbij plotseling de armpjes omhoog schieten).
- Als derde stap maak je in de buurt van het oor van de baby een sussend geluid. Hierbij pas je het sussen aan aan het huilen van je baby. Als je baby hard huilt, sus je wat harder. Gaat je baby zachter huilen, dan sus jij ook zachter.
- De vierde stap is wiegen. Wieg, terwijl je nog aan het sussen bent, gelijktijdig je baby heen en weer in kleine, snelle en ritmische beweginkjes. Daarbij ondersteun je het hoofd van de baby. Je ziet dan het hoofd van de baby zachtjes heen een weer bewegen.
- De vijfde en laatste stap is zuigen. Als je baby van de vorige stapjes is gekalmeerd, laat je hem nu zuigen op een speen of op je vinger. Het zuigen houdt de baby kalm. Bij het zuigen komt ook veel gelukshormoon vrij, waardoor baby’s zich prettig voelen.
Als je baby nu weer gekalmeerd is, is er weer ruimte voor fijn contact met je baby. Praat tegen je baby, knuffel met elkaar, of speel samen. Sommige baby’s vallen van de vijf stappen in slaap. Leg je baby niet meteen op zijn rug in bed. Jonge baby’s kunnen dan reageren met een schrikreflex (Moro-reflex). Leg je baby dus rustig op de zij en houd hem even goed vast. Draai je baby daarna rustig door naar de rug.
Nooit schudden of slaan
Ouders van baby’s die veel huilen kunnen wel eens hun geduld verliezen. Je bent dan zo moe, dat je niet meer goed kunt nadenken en jezelf niet meer in de hand hebt. Er is dan een risico dat je je eigen kind door elkaar gaat schudden of gaat slaan. Ook al is het natuurlijk uit pure onmacht, schudden is gevaarlijk voor de hersenen van de baby, omdat de hersenen bij het schudden tegen de schedel bonken en hersencellen kapot kunnen gaan.
Heb je vragen over deze adviezen of zoek je hulp? Praat dan met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg over wat je eventueel nog meer kunt doen.