Slaapwandelen
Slaapwandelen komt vaak voor bij kinderen, meestal in de periode dat ze op de basisschool zitten.
Wat gebeurt er bij slaapwandelen?
Slaapwandelen gebeurt wanneer je kind overgaat van de diepe slaap naar de lichte slaap. Dat is meestal in de eerste helft van de nacht. Je kind gaat rechtop zitten in bed en heeft de ogen open. Maar je kind is niet wakker. Het ene kind blijft in bed, het andere gaat ook rondlopen. Het slaapwandelen kan een paar minuten tot een half uur duren. Meestal gaat slaapwandelen in de puberteit vanzelf over.
Wat doe je als je kind slaapwandelt?
- Slaapwandelen is niet gevaarlijk. Maar je moet er wel voor zorgen dat je kind niet in een gevaarlijke situatie kan komen.
- Maak je kind niet wakker en help je kind rustig terug naar zijn bed.
- Zorg dat je kind zich niet bezeert en dat het geen gevaarlijke dingen kan doen. Doe dus bijvoorbeeld de voordeur op slot en het slaapkamerraam dicht.
- Als kinderen moe of gespannen zijn kunnen ze meer gaan slaapwandelen. Kijk eens of er dingen zijn waar je kind gespannen over kan zijn. Een vast bedritueel en vaste bedtijden zorgen voor ontspanning.
Meestal hebben kinderen zelf geen last van het slaapwandelen en herinneren ze het zich ook niet de volgende dag. Erover praten kan eerder onrust geven dan dat het je kind helpt. Als je kind het vervelend vindt, kun je het met de huisarts bespreken.