Borstvoeding eerste dagen
De moedermelk in de eerste dagen na de geboorte noemen we ‘colostrum’. Deze eerste melk is zeer rijk aan de voedingsstoffen en antistoffen die moedermelk zo bijzonder maken.
De eerste twee uur na de geboorte
Baby’s zijn de eerste twee uur na de geboorte erg wakker. Je kunt je baby een poosje bloot tegen je aan leggen. Hij zoekt dan je tepel en begint meteen te zuigen als hij iets in zijn mondje voelt. Daarom is het belangrijk dat je baby snel na de bevalling aan je borst wordt gelegd. Als dat goed gaat, is de kans groot dat het verder ook goed gaat met de borstvoeding. Na die eerste twee uur zijnde meeste baby’s slaperig.
Tip: wacht dus even met contact zoeken met familie en vrienden tot na die eerste kennismaking.
De eerste twee dagen
De eerste twee dagen zijn oefendagen waarin de melkproductie op gang komt. Je baby moet leren om aan jouw borst te drinken. Daar heeft hij even de tijd voor nodig. Geef hem die tijd, want zo leert hij het goed en dan is de kans groot dat het gaat lukken.
Vaak aanleggen
Leg je kindje zo vaak en zo goed mogelijk aan, zodat het lang genoeg kan drinken en de melkproductie wordt gestimuleerd. Als het niet meteen lukt, geef dan geen extra water of andere voeding. Dat is niet nodig. Vraag de kraamverzorgende of je verloskundige om advies. Zij kunnen je doorverwijzen naar een lactatiekundige.
Een lactatiekundige in de buurt vind je via de website van de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen. Als je een aanvullende verzekering hebt, worden de kosten hiervan door de meeste zorgverzekeringen geheel of gedeeltelijk vergoed.
Tips voor borstvoeden
- Pasgeboren baby’s willen graag zuigen. Maak daar gebruik van en geef beide borsten!
- Laat je baby zo vaak en zo lang mogelijk drinken, behalve als je pijn hebt. Laat hem in dat geval zo lang drinken als je zelf aankunt en vraag hulp.
- Als je baby de borst loslaat, geef hem dan de tweede borst. Sommige baby’s hebben tijdelijk genoeg aan één borst, maar meestal is het goed om twee borsten per voeding te geven.
Stuwing
Drie tot vijf dagen na de bevalling kun je last krijgen van stuwing. Stuwing betekent dat je borsten actief melk gaan maken. Alle bloedvaten gaan wijder open, zodat alles goed kan werken en je melkklieren kunnen vollopen met melk. Je borsten voelen daardoor tijdelijk ook vol en gespannen aan. Soms zijn ze hard, warm en pijnlijk en je kunt verhoging krijgen. Maar het is heel normaal en gaat vanzelf na een paar dagen weer over.
Verkoelende compressen na het voeden of koolbladeren tegen je zere borst kunnen fijn voelen. Een zachte massage richting je oksel kan ook helpen de zwelling te verminderen. Je kraamverzorgende kan tips geven en in overleg met je verloskundige kun je een pijnstiller gebruiken.
Als je je baby de eerste dagen acht tot twaalf keer per dag aanlegt, heb je minder last van extreme stuwing. Heel vaak aanleggen tijdens de eerste dagen is dus het beste. Op die manier leert je kind de melk goed weg te drinken. Bovendien stelt je lichaam de melkproductie zo beter af op het drinkritme van je baby.
Liever nog geen speen
Geef je baby de eerste weken liever geen speen. Een speen maakt het moeilijker om hem te leren zuigen aan jouw borst. Je kind kan ook moe worden van het zuigen op de speen. Daardoor slaat hij misschien een voeding over. Baby’s die borstvoeding krijgen, hebben trouwens vaak geen zin in een fopspeen. Wil je kindje toch extra zuigen, dan kun je het je pink geven om op te sabbelen.
Kijk ook eens bij:
- Voedingshoudingen
- Tips voor het aanleggen
- Het aantal voedingen
- Borstvoeding geven
- Als borstvoeding niet goed gaat
Bron: Voedingscentrum