Leren fietsen

Vanaf het moment dat je kind kan lopen, kun je eigenlijk al beginnen met leren fietsen. Een driewieler of loopfiets is het meest geschikt voor je peuter.

Driewieler

Op een driewieler leren de meeste kinderen eerst vooruit te komen door zich met de voeten af te zetten tegen de grond. Daarna leren ze om hun voeten op de trappers te zetten en te trappen. Als je kind wat ouder wordt, kun je het een fiets met zijwielen geven.

Loopfiets

Een loopfiets met twee wielen is heel goed voor de ontwikkeling van het evenwicht van je kind. Een kind dat goed kan rijden met een loopfiets, kan vaak al heel jong leren fietsen op een gewone fiets. Je kunt de fase van de fiets met zijwielen dan soms zelfs overslaan.

Met of zonder zijwielen

De meeste oudere peuters willen heel graag leren fietsen op een gewone fiets. Zijwielen zijn een hulpmiddel om je kind niet te laten vallen als het langzaam fietst of stilstaat. Het is belangrijk om rustig te beginnen met leren fietsen op een gewone fiets.

Je kunt je kind laten wennen aan het zoeken naar evenwicht, door zelf de fiets aan de achterkant van het zadel vast te houden. Is je kind erg bang? Dwing dan niet, maar moedig je kind wel aan. Als je zelf kalm en rustig blijft, lukt het beter. En als je je kind aanmoedigt en een compliment geeft, krijgt je kind meer zelfvertrouwen.

De meeste kinderen kunnen rond hun vijfde jaar leren fietsen zonder zijwielen.

Veilig op de fiets

Een kinderhoofd is heel kwetsbaar. Daarom is het voor de veiligheid verstandig om een fietshelm te kopen voor je kind. Ook voor als je kind bij jou achterop de fiets zit. Op de eigen driewieler of fiets is het een goed idee om er een vlaggetje aan vast te maken, dat hoog boven de fiets uitsteekt. Zo is je kind beter zichtbaar.

Tips

• Een loopfiets is een heel goede voorbereiding op fietsen, vaak beter dan een fiets met zijwielen. Een loopfiets met twee wielen geeft je kind de kans om het evenwicht te oefenen. Hierdoor is de kans op vallen kleiner.
• Leer je kind om naar voren te kijken bij het fietsen. Dat is de beste manier om het evenwicht te bewaren.
• Het is verstandig om je kind direct te leren hoe het moet opstappen, remmen en afstappen. Vooral remmen en afstappen zijn moeilijk voor je kind.
• In het begin houd je de fiets aan de achterkant van het zadel goed vast. Je kunt af en toe proberen om de fiets iets minder stevig vast te houden. Totdat je merkt dat vasthouden niet meer nodig is: je kind kan los fietsen. Dat is een prachtig moment voor jou en je kind.
• Lukt het je niet om gebogen naast de fiets van je kind te rennen? Je kunt een flinke sjaal achter de nek van je kind naar voren doen en dan onder de armen door weer naar achteren halen. Houd de uiteinden van de sjaal op de goede hoogte vast. Zo bescherm je je kind tegen vallen.
• Als je je kind loslaat bij het fietsen, zorg er dan voor dat je kind al wel kan remmen. Zorg er ook voor dat je bij je kind bent als het wil afstappen. Dan kun je je kind helpen en krijgt je kind wat meer tijd om het afstappen te oefenen.
• Is je kind erg angstig? Probeer dan eens of je kind wel durft te fietsen op een grasveld. Als je kind daar valt, is het zachter. Daarna is het makkelijker om op straat te fietsen.