Borstvoeding geven

Borstvoeding geven is een gezonde keuze. Het levert niet alleen voeding, maar biedt ook bescherming tegen ziektes voor jezelf en voor je kind. Ook is het een heel bijzondere manier om je kind snel, makkelijk en goedkoop te voeden.

Borstvoeding geven

Borstvoeding geven kun je leren

Goed aanleggen is in de eerste dagen iets dat jij en je baby kunnen leren. Mensen om je heen, zoals de kraamverzorgende en de verloskundige kunnen je begeleiden en vertellen hoe borstvoeding werkt. Ook familie en vrienden met ervaring kunnen je misschien hierbij helpen. Het geven van borstvoeding heeft wat oefening en tijd nodig.

Je kunt je baby voeden wanneer hij erom vraagt. Zo komt en blijft de voeding het best op gang. Als je baby er nog niet zelf om vraagt, houd dan aan dat om de twee tot drie uur voeden de eerste weken normaal is. Als je baby goed groeit hoef je je baby in de nacht bijvoorbeeld niet meer wakker te maken om te voeden.

In de eerste weken na de geboorte heeft je baby ongeveer 8 tot 12 voedingen per dag nodig. Over het algemeen ontstaat er een ritme omdat je baby erom vraagt, maar de eerste weken verandert dat ritme nog regelmatig omdat je baby snel groeit.

Krijgt je baby genoeg?

Als je borstvoeding geeft is het lastig om in te schatten hoeveel je baby drinkt. Het is ook niet belangrijk hoe vaak of hoe lang hij drinkt. Toch kan het fijn zijn om wat houvast te hebben. Baby’s drinken genoeg als:

  • ze de eerste weken elke dag minstens zeven voedingen krijgen;
  • ze naast korte zuigbewegingen ook grote, regelmatige slokken nemen, met af en toe een korte pauze;
  • ze per voeding tenminste één borst soepel drinken en als nodig twee borsten krijgen aangeboden;
  • ze de eerste weken ongeveer zes natte luiers en twee tot vijf poepluiers hebben per 24 uur;
  • ze tevreden zijn na de voeding;
  • je borsten na de voeding zachter zijn en prettig aanvoelen;
  • ze goed groeien.

Het aantal poepluiers

De eerste weken hebben baby’s ongeveer zes natte luiers en twee tot vijf poepluiers per 24 uur. Na vier tot zes weken gaan ze vaak minder poepen: soms één keer per week en soms nog maar één keer per twee weken. Dit is normaal. De ontlasting blijft wel zacht, dus het is geen verstopping. Je baby’s darmen zijn in staat om alle moedermelk te verteren en er blijven weinig of geen afvalstoffen over.

Bij vragen of zorgen kun je altijd contact opnemen met de Jeugdgezondheidszorg of met je huisarts.

Actief drinken

  • Let niet te veel op de klok tijdens de voeding. Lang drinken betekent niet dat je baby ook goed drinkt, en kort drinken betekent ook niet dat het niet goed gaat.
  • Let liever op de slokken. Probeer te zien of je baby echt drinkt, of dat hij sabbelt. Als hij sabbelt, haal hem dan van je borst en leg hem opnieuw aan. Dan drinkt hij weer actiever. Of wissel naar je andere borst.
  • Valt je baby snel in slaap aan de borst en leg je hem dan in bed? Dan wordt hij weer snel wakker, omdat hij honger heeft. Probeer hem daarom wakker te houden en zorg dat hij actief drinkt. En probeer direct te voeden als hij na een diepere slaap wakker wordt. Dan zijn baby’s goed uitgerust en vallen minder snel in slaap.

Spugen na de voeding

Je baby kan een beetje spugen. Dat is niet erg. Dit hoeft niet te betekenen dat hij te veel melk krijgt.

Wat doe je als borstvoeding geven niet goed gaat?

Soms gaat het borstvoeden niet goed, dit kan door verschillende dingen komen. Je kunt altijd de hulp inschakelen van je verloskundige, kraamverzorgende of de Jeugdgezondheidszorg. Je kunt met je vragen ook terecht bij borstvoedingsorganisatie La Leche League. Deze vereniging kan telefonisch advies geven. Soms is het nodig om hulp te krijgen van een lactatiekundige. Op NVLborstvoeding.nl vind je een lactatiekundige bij jou in de buurt. Kijk wel of je verzekering deze hulp vergoedt.

Borstvoeding en medicijnen

Als je medicijnen gebruikt kan een deel van de medicijnen in je borstvoeding terecht komen. Er is veel onderzoek gedaan naar medicijnen in borstvoeding en de meeste medicijnen kun je blijven gebruiken. Voor sommige medicijnen is misschien een andere keuze nodig en bij een paar medicijnen kan het slecht zijn voor de gezondheid van je baby of de melkproductie. Bespreek je medicijnen daarom altijd eerst met een arts voordat je borstvoeding gaat geven. Lactatiekundigen kunnen je ook helpen om de medicijnen zo goed mogelijk te combineren met de borstvoeding. Maar wel altijd in overleg met je arts. Meer informatie over medicijnen en borstvoeding vind je op Lareb.nl.

Hoe lang borstvoeding geven?

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om baby’s in de eerste zes levensmaanden alleen borstvoeding te geven. Wanneer je kind vaste voeding gaat eten, kun je gewoon doorgaan met het geven van borstvoeding tot je kind twee jaar of ouder is. Graag zelfs: ook na zes maanden is borstvoeding erg gezond voor je baby.

Kijk ook het filmpje van Fiona over borst- en flesvoeding: