Ademen door de mond

De normale manier van ademhalen is door de neus. De haartjes in de neus maken de lucht schoon en de lucht wordt verwarmd, doordat de weg naar de longen langer is. Zo is er minder kans dat je kind verkouden wordt. Zie je dat jouw kind door de mond ademt? Probeer te ontdekken waarom je kind door de mond ademt en niet door de neus.

Ademen door de mond

Mondademen

Als je kind verkouden is, kan het een verstopte neus hebben. Ademen door de neus gaat dan moeilijk en je kind moet wel door de mond ademen. De mond ‘hangt’ vaak open, zo kost het minder moeite om door de mond te ademen. Als de verkoudheid over is, is het belangrijk dat je kind weer door de neus gaat ademhalen. Je kind raakt anders misschien gewend aan het mondademen.

Een kind dat door de mond ademt eet vaak slordig en praat onduidelijk. Het kan kwijlen en hoorbaar ademen (snurken).

Bij mondademen zijn de lippen slap en open en ligt de tong onder in de mond. Daardoor kan je kind geen goede slikbeweging maken. Goed slikken doet je kind met:

  • gesloten lippen;
  • de tong achter de tanden;
  • de tong tegen het verhemelte aangedrukt.

Duimzuigen en de fopspeen

Als je kind lang op een speen of op de duim zuigt, kan dat een verkeerde houding van de tong en een verkeerde ademhaling veroorzaken. Uit gewoonte ligt de tong onder in de mond, ook op momenten dat je kind niet duimt of op de speen zuigt. De mond blijft dan gemakkelijk open staan. Je kind gaat door de mond ademen in plaats van door de neus. Je kind kan gaan slissen, omdat de tong bij het praten tussen de tanden zit.

Jarenlang speen- of duimzuigen heeft ook nadelen voor het gebit. De stand van bovenkaak en de tanden kunnen zo veranderen, dat je kind een ‘overbeet’ of ‘open’ beet krijgt.  Daardoor kan je kind de lippen niet goed sluiten en gaat het ook door de mond ademen.

Laat je kind zo snel mogelijk het gebruiken van duim of speen afwennen. Met je peuter kun je sowieso de afspraak maken dat de speen in bed blijft.

Oefenen met ademen door de neus

Je kunt met je kind oefenen zodat het meer door de neus gaat ademen. Doe dit met spelletjes. Vraag hiernaar bij de Jeugdgezondheidszorg. Een voorbeeld van zo’n spelletje is een dun voorwerp, zoals een rietje of ijsstokje, tussen de lippen houden. Let op dat je kind het niet tussen de tanden houdt. Houd de tijd bij en probeer het elke keer iets langer vol te houden. Ook drinken van bijvoorbeeld yoghurt door een rietje of het door een rietje wegblazen van een wattenbolletje zijn goede oefeningen voor de lippen.

Zorg ervoor dat de neus van je kind open is als je gaat oefenen. Laat je kind daarom eerst de neus snuiten of ophalen. Oefen elke dag, maar houd het leuk en kort.

Hangt de mond van je kind vaak open als het bijvoorbeeld naar een verhaaltje luistert of televisie kijkt? Spreek een gebaar af dat je je kind geeft om de mond dicht te doen.

Haal de speen uit de mond van je kind als het in slaap gevallen is. Slaapt je kind met de mond open? Druk tijdens de slaap de onderkaak voorzichtig omhoog en sluit de lippen. Houd dit een paar tellen vast.

 Hulp van de logopedist

Als het mondademen niet makkelijk af te leren is, heeft je kind misschien een vergrote neusamandel. Bespreek dit bij een bezoek aan de Jeugdgezondheidszorg of de huisarts. Eventueel wordt je kind doorverwezen naar de KNO-arts. Is er geen lichamelijke oorzaak voor het mondademen, dan kan het nodig zijn om de spieren van de lippen en tong sterker te maken. Een logopedist kan hierbij helpen. Vraag ernaar bij de Jeugdgezondheidszorg of kijk op Logopedie.nl voor meer informatie en een adres in de buurt.