Winnen en verliezen
Kinderen leren veel van spelletjes. Ook dat ze een spelletje kunnen verliezen. Voor alle kleine kinderen is dat lastig. Hoe kun je je kind leren omgaan met verlies?
Leren verliezen
- Speel vaak spelletjes met je kind. Zo leert je kind dat het om de gezelligheid en het spel gaat en niet alleen om het winnen.
- Laat je kind af en toe ook eens winnen, zodat je kind het leuk blijft vinden.
- Benadruk wat je kind goed doet tijdens het spel en niet wat je kind niet goed doet.
- Reageer positief als je kind een spelletje verliest en dat goed opneemt.
- Geef zelf het goede voorbeeld als je verliest, bijvoorbeeld: “Jammer, maar ik vond het wel gezellig!”
Als je kind niet tegen zijn verlies kan
Sommige kinderen kunnen moeilijk tegen hun verlies. Ze worden bijvoorbeeld boos of gaan huilen. Wat doe je dan?
- Troost niet, maar zeg dat je zijn teleurstelling begrijpt: “Je bent teleurgesteld, dat begrijp ik. Ik wil ook graag winnen.”
- Vertel dat er niets mis is met willen winnen, maar dat boos worden als je verliest niet goed is. Leg je kind uit dat het beter is om te leren omgaan met verlies. Help je kind zich bewust te worden van zijn emoties en gedrag door erover te praten.
- Moedig je kind aan om het weer opnieuw te proberen en benadruk wat je kind goed doet tijdens het spel.
- Speel ook eens een spelletje zonder wedstrijdelement wat op samenwerken gericht is. Bijvoorbeeld Max de Kat en voor oudere kinderen Lord of the Rings of Pandemie.
Prijzen en complimenten
Prijzen is belangrijk als je je kind wilt leren tegen zijn verlies te kunnen. Geef je kind regelmatig complimenten. Niet over prestaties, maar voor inspanningen: “Wat heb jij goed je best gedaan met die puzzel!” In plaats van: “Wat knap dat je de puzzel helemaal goed hebt gemaakt.” Zo krijgt je kind zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld, waardoor het beter tegen zijn verlies kan en leert doorzetten. Vergelijk je kind niet met andere kinderen, dat kan een kind onzeker maken.